Amsterdam-Kabouterstad
Op 3 juni 1970 namen de Kabouters onder leiding van Roel van Duijn met de partij Amsterdam-Kabouterstad deel aan de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezing 
en werd met vijf zetels de vierde partij in de raad. De fractie viel op door ludieke acties, zoals het roken van wiet tijdens raadsvergaderingen en een nieuwe, fonetische spelling, maar viel uiteindelijk door interne conflicten uiteen.

Voor meer achtergrond info lees het boek van Coen Tasman: Louter Kabouter                                                        →

De kabouterbeweging
Wanneer er gesproken wordt over verzet in Nederland, valt er één groepering uit de vorige eeuw niet te ontwijken. De zogeheten ‘kabouters’, met hun geweldloze verzet en provocerende streven naar een harmonieuze samenleving, vormden een belangrijke politieke beweging in de jaren 70. Ze streefden naar vrije liefde, ecologie, emancipatie en vernieuwing van kunst.

De Kabouterbeweging was een ludieke Nederlandse en Belgische protestbeweging en lokale politieke partij uit de periode 1969-1974 rond ex-provo’s Roel van Duijn en Robert Jasper Grootveld. De kritiek van de beweging richtte zich op zaken als consumentisme, woningnood en aantasting van natuur en milieu.

De kern van de Kabouterbeweging
De kabouterbeweging werd opgericht door Coen Tasman en Roel van Duijn, uit het principe van de provo’s. Zij typeerden zichzelf door het gebruik van geweldloos anarchisme. Hun doel was een leefstijl die overeen kwam met die van kabouters: in harmonie met de natuur.